L'article 82 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait, prévoyait certes encore une peine d'emprisonnement de trois mois à un an pour les personnes qui faisaient mendier un mineur de façon répétée (2) , mais cette disposition a été abrogée par la loi du 10 août 2005 modifiant diverses dispositions en vue de renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres humains et contre les pratiques des marchands de sommeil.
Artikel 82 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, voorzag wel nog in een gevangenisstraf van drie maanden tot één jaar voor degene die meermaals een minderjarige doet bedelen (2) maar deze bepaling werd opgeheven bij de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers.