Ce juge de paix estimait que d'une part la règle selon laquelle les honoraires d'avocat ne peuvent être mis à charge de la partie succombante est démentie par la loi qui a prévu la règle de l'indemnité de procédure et que, d'autre part, ce principe est prévu par l'organisation de plusieurs juridictions internationales.
De vrederechter was van oordeel, dat, enerzijds, de regel volgens welke de erelonen van advocaten niet ten laste van de verliezende partij gelegd kunnen worden, afgezwakt wordt door de wet die in een rechtsplegingsvergoeding heeft voorzien en dat, anderzijds, dit beginsel ook door verschillende internationale rechtscolleges wordt gehuldigd.