En instaurant une sanction pénale pour les auteurs qui, sciemment, abusent de manière frauduleuse de la situation de faiblesse physique ou psychique d'une personne, altérant gravement la capacité de discernement de cette personne afin de la conduire à un acte ou à une abstention portant gravement atteinte à son intégrité physique ou mentale ou à son patrimoine, l'article 36 attaqué peut, en raison du caractère général de sa formulation, constituer une ingérence dans la liberté des cultes des membres des prétendues sectes.
Door een strafsanctie in te voeren voor daders die, wetens en willens, bedrieglijk misbruik maken van de fysieke of psychische zwakheid van een persoon die het oordeelsvermogen van die persoon ernstig verstoort, teneinde hem ertoe aan te zetten een handeling te verrichten dan wel zich van een handeling te onthouden, waarbij zijn fysieke of geestelijke integriteit of zijn vermogen ernstig wordt aangetast, kan het bestreden artikel 36, wegens het algemene karakter van de bewoordingen ervan, een inmenging vormen in de vrijheid van eredienst van leden van de zogenaamde sekten.