Cette différence de traitement repose sur un critère objectif : comme la Cour l'a relevé dans ses arrêts nos 82/94 et 22/95, la circonstan
ce que le ministère public accomplit dans l'intérêt de la société les missions de service public relatives à la recherche et à la poursuite des infractions et qu'il exerce l'action publique, et que l'inculpé défende son
intérêt personnel, justifie raisonnablement que le premier jouisse de prérogatives dont la constitutionnalité ne peut être appréciée en procédant à une comparaison de sa situation av
...[+++]ec celle du second.
Dat verschil in behandeling steunt op een objectief criterium : zoals het Hof in zijn arresten nrs. 82/94 en 22/95 heeft opgemerkt, biedt de omstandigheid dat het openbaar ministerie, in het belang van de maatschappij, de opdrachten van openbare dienst inzake de opsporing en de vervolging van misdrijven uitvoert en de strafvordering uitoefent, terwijl de verdachte zijn persoonlijk belang verdedigt, een redelijke verantwoording voor het feit dat het openbaar ministerie prerogatieven geniet waarvan de grondwettigheid niet kan worden beoordeeld door zijn situatie met die van de verdachte te vergelijken.