Compte tenu des possibilités de participation et de recours dont dispose le public concerné, il n'apparaît pas que le droit de participation des tiers soit affecté d'une manière qui porterait atteinte à l'obligation de standstill, telle qu'elle découle de l'article 23, alinéa 3, 4°, de la Constitution.
Rekening houdend met de inspraak- en beroepsmogelijkheden van het betrokken publiek blijkt niet dat het recht op participatie van derden zou zijn aangetast, op een wijze die afbreuk zou doen aan de standstill-verplichting, zoals die voortvloeit uit artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet.