Vertaling van "publiques au pib devrait progressivement " (Frans → Nederlands) :

La dette publique, quant à elle, devrait progressivement retomber de son niveau actuel très élevé.
De overheidsschuld zal geleidelijk afnemen van een zeer hoog niveau.

Le ratio dette - PIB devrait passer de 57,1% en 2000 à 48,4% en 2004, cette baisse s'expliquant par une augmentation des excédents des administrations publiques alliée aux recettes significatives résultant des privatisations.
Volgens de prognose daalt de staatsschuld/BBP-ratio van 57,1% in 2000 tot 48,4% in 2004.

Le ratio de la dette au PIB devrait baisser progressivement pour passer de 91,5 % en 2016 à 90,4 % en 2017 et à 89,2 % en 2018.
Verwacht wordt dat de schuldquote geleidelijk zal afnemen van 91,5 % in 2016 tot 90,4 % in 2017 en 89,2 % in 2018.

Le ratio de la dette publique au PIB devrait passer de 57 % en 2013 à 49,2 % en 2014, en raison principalement du transfert d'actifs de fonds de pension, avant d'augmenter pour atteindre 50 % en 2015.
De schuldquote van de overheid zal naar verwachting zakken van 57 % in 2013 naar 49,2 % in 2014, voornamelijk als gevolg van de overdracht van vermogen van het pensioenfonds, om in 2015 naar 50 % te stijgen.

Le ratio de la dette publique au PIB devrait augmenter tout au long de la période de prévision, pour passer de 67,1 % en 2013 à 69,2 % en 2015.
De schuldquote zal naar verwachting tijdens de hele prognoseperiode toenemen, van 67,1 % in 2013 tot 69,2 % in 2015.

D’après les prévisions révisées des services de la Commission de l’hiver 2013 relatives à la croissance du PIB nominal, le solde primaire des administrations publiques devrait être déficitaire à hauteur de 395 millions d’EUR (2,4 % du PIB) en 2013, de 678 millions d’EUR (4,3 % du PIB) en 2014, de 344 millions d’EUR (2,1 % du PIB) en 2015 puis excédentaire à hauteur de 204 millions d’EUR (1,2 % du PIB) en 2016.
Volgens de geactualiseerde prognoses van de diensten van de Commissie van de winter 2013 voor de nominale bbp-groei zal het primaire overheidssaldo uitkomen op een tekort van 395 miljoen EUR (2,4 % van het bbp) in 2013, een tekort van 678 miljoen EUR (4,3 % van het bbp) in 2014, een tekort van 344 miljoen EUR (2,1 % van het bbp) in 2015 en een overschot van 204 miljoen EUR (1,2 % van het bbp) in 2016.

Pour améliorer notre productivité et permettre l’introduction de nouvelles technologies, cet investissement devrait être ramené aux niveaux antérieurs à la crise, puis progressivement porté à des taux supérieurs à 9 % du PIB jusqu’en 2020.
Om de productiviteit te verbeteren en nieuwe technologieën hun intrede te doen vinden, moeten de niveaus van voor de crisis weer worden gehaald en moet het niveau tot 2020 geleidelijk stijgen tot boven de 9% van het bbp.

Cependant, si l'on s’attend à ce que le PIB réel recule de près de 2 % en 2009[3], il devrait progressivement regagner environ 0,5 % en 2010, en partie sous l'effet des mesures stratégiques adoptées à l'échelle européenne et nationale dans le cadre du plan européen pour la relance économique.
Hoewel het reële bbp in 2009 naar verwachting met bijna 2% zal dalen[3], zou de groei in 2010 geleidelijk weer moeten aantrekken tot ½%, deels als gevolg van de Europese en nationale beleidsmaatregelen in het kader van het Europees economische herstelplan.