Il pose donc, d'une part, dans ses articles 4 et 5, le principe et les critères de l'interdiction de la publicité tro
mpeuse, tels qu'ils étaient déjà contenus dans la loi du 21 octobre 1992, et, d'autre part, en son article 6, le principe de la licéité de la publicité compa
rative moyennant le respect de certaines conditions et sauf exception prévue par les autorités professionnelles ou le Roi dans la mesure nécessaire pour préserver la dignité et la déontologie d'une prof
ession, ou la santé publique ...[+++].Enerzijds zijn er de artikelen 4 en 5, waarin het beginsel en de criteria zijn opgenomen in verband met het verbod op misleidende reclame, zoals die al in de wet van 21 oktober 1992 waren vastgelegd; anderzijds is er artikel 6 waarin wordt bepaald dat vergelijkende reclame in beginsel geoorloofd is, voor zover een aantal voorwaarden worden nageleefd en behalve in de uitzonderingsgevallen die voor zover nodig door de beroepsinstanties of de Koning worden vastgesteld om de waardigheid en de deontologie van een beroep of de volksgezondheid te beschermen.