§ 1. Toute personne physique qui effectue des activités de levée, tri ou distribution d'envois de correspondance tels que définis à l'article 131, 8°, à l'exception des activités visées à l'article 148sexies, § 4, est présumée être employée en vertu d'un contrat de travail avec un prestataire de services postaux ou une entreprise de travail intérimaire pour le compte duquel une ou plusieurs des activités susmentionnées sont exécutées, sans que la preuve du contraire puisse être apportée, sans préjudice du travail sous un statut de droit administratif.
§ 1. Elke fysieke persoon die activiteiten van ophalen, sorteren of distributie van brievenpost, gedefinieerd overeenkomstig artikel 131, 8°, uitvoert, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in artikel 148sexies, § 4, wordt vermoed te zijn tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst met een aanbieder van postdiensten of een uitzendbureau voor rekening van wie één of meer van de bovenvermelde activiteiten worden uitgevoerd, zonder dat het bewijs van het tegendeel kan worden geleverd, buiten de tewerkstelling onder een administratiefrechtelijk statuut.