Dans son arrêt n° 30/95 du 4 avril 1995, la Cour a d'ailleurs considéré que ce n'est que dans l'hypothèse où la rétroactivité aurait pour objectif unique ou principal d'influencer dans un sens déterminé l'issue d'une ou de plusieurs procédures judiciaires ou d'empêcher les juridictions de se prononcer sur une question de droit déterminée, sans que des circonstances exceptionnelles puissent raisonnablement justifier cette intervention, qu'il y aurait atteinte aux garanties juridictionnelles offertes à tous les citoyens et, partant, violation du principe d'égalité.
In zijn arrest nr. 30/95 van 4 april 1995 heeft het Hof trouwens geoordeeld dat enkel in het geval waarin het enige of hoofdzakelijke doel dat met de retroactiviteit wordt beoogd, erin zou bestaan de beslechting van een of meer rechtsgedingen in een bepaalde zin te beïnvloeden of rechtscolleges te beletten over een bepaalde rechtsvraag uitspraak te doen, zonder dat uitzonderlijke omstandigheden aanwezig zijn die dat redelijkerwijze kunnen verantwoorden, afbreuk zou zijn gedaan aan de jurisdictionele waarborgen die aan alle burgers worden geboden en bijgevolg het gelijkheidsbeginsel zou worden geschonden.