« Art. D.167 bis. Les personnes effectuant un forage ou un équipement de puits destiné à une future prise d'eau souterraine, à l'installation de sondes géothermiques, à la reconnaissance géologique, à la prospection, à l'implantation de piézomètres, à l'exclusion de l'aménagement de la tête de puits disposent d'un agrément.
« Art. D.167 bis. De personen die een boring of een uitrusting voor een put uitvoeren voor een latere waterwinning, voor de installatie van geothermische sondes, voor de geologische verkenning, de prospectie, het installeren van piëzometers, met uitsluiting van de inrichting van de putmond, beschikken over een erkenning.