Diverses pratiques relevant du grooming peuvent être rapprochées de certains actes réprimés par le Code pénal, comme l'incitation à la débauche et à la prostitution (article 380bis du Code pénal), la corruption de la jeunesse (article 379), l'attentat à la pudeur (articles 372 et 373), les outrages aux bonnes mœurs (articles 383, 385 et 386), la possession et la fabrication de matériel à caractère pédopornographique (articles 383biset 384) ou la tentative punissable de commettre de tels actes (article 51).
Verschillende handelingen van grooming kunnen gezien worden als een aanzetting tot ontucht of prostitutie (artikel 380bis van het Strafwetboek), bederf van de jeugd (artikel 379 van het Strafwetboek), aanranding van de eerbaarheid (artikelen 372 en 373 van het Strafwetboek), zedenschennis (artikelen 383, 385 en 386 van het Strafwetboek), bezit en vervaardiging van kinderpornografie (artikelen 383bis en 384 van het Strafwetboek) of een strafbare poging tot het plegen van zulke daden (artikel 51 van het Strafwetboek).