considérant que pour les sirops d'un degré de pureté relativement faible il convient de fixer forfaitairement la teneur en saccharose visée à l'article 8 paragraphe 1 du règlement (CEE) nº 766/68 en tenant compte de leur teneur en sucre extractible ; que pour les sirops d'un degré de pureté particulièrement faible il est justifié de faire usage des dispositions de l'article 7 paragraphe 5 du règlement (CEE) nº 766/68 et de ne pas accorder de restitution;
Overwegende dat het gewenst is om voor stroop met een betrekkelijk lage zuiverheid het in artikel 8 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 766/68 bedoelde saccharosegehalte forfaitair vast te stellen met inachtneming van het winbare suikergehalte ; dat het juist is voor stroop met een uitzonderlijk lage zuiverheid gebruik te maken van het bepaalde in artikel 7 , lid 5 , van Verordening ( EEG ) nr . 766/68 en geen restitutie toe te kennen ;