Après un divorce intervenu en 1996 par consentement mutuel, E.S. intente, par citation du 9 juin 1997, une action en contestation de paternité, parce qu'il pense n'être pas le père biologique de l'enfant né le 23 mai 1993 de K.S., la femme avec qui il était marié à ce moment.
Na een echtscheiding in 1996 op grond van onderlinge toestemming, stelt E.S. bij dagvaarding van 9 juni 1997 een vordering tot betwisting van vaderschap in, omdat hij meent niet de biologische vader te zijn van het kind geboren op 23 mei 1993 uit K.S., met wie hij op dat ogenblik gehuwd was.