Pour les traitements logopédiques prévus au § 2, b), 2° et 3°, la prescription doit émaner d'un médecin spécialiste en oto-rhino-laryngologie, en neurologie, en neuropsychiatrie, en psychiatrie ou en pédiatrie ayant obtenu une agréation complémentaire au titre de médecin spécialiste en réadaptation fonctionnelle.
Voor de logopedische behandelingen waarin is voorzien onder § 2, b), 2° en 3°, moet het voorschrift opgemaakt zijn door een geneesheer, specialist voor otorhinolaryngologie, voor neurologie, voor neuropsychiatrie, voor psychiatrie of voor kindergeneeskunde die een bijkomende erkenning als geneesheer, specialist voor functionele revalidatie heeft verkregen.