R. considérant que les États-Unis ont signé et ratifié la convention sur la cybercriminalité, qui y est entrée en vigueur en 2007, et que ses princip
es ont dès lors été intégrés dans le droit national du pays; considérant que la convention prévoit que toutes les mesures destinées "à la collecte des preuves électroniques"
de toute infraction pénale (article 14) doivent garantir une protection adéquate des droits fondamentaux de l'homme, notamment ceux visés dans la CEDH (article 8, droit au respect de la vie privée et familiale), resp
...[+++]ecter le "principe de proportionnalité" et comporter des sauvegardes telles qu'une supervision judiciaire ou d’autres formes de supervision indépendante, des motifs justifiant l’application ainsi que la limitation du champ d’application et de la durée de telles procédures (article 15); R. overwegende dat de VS het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken hebben ondertekend en geratificeerd en dat het verdrag in 2007 in de VS van kracht werd, en dat de beginselen daarvan dus onderdeel vormen van de binnenlandse wetgeving van de VS; overwegende dat het verdrag bepaalt dat alle maatregelen
betreffende de "vergaring van bewijs in elektronische vorm" van strafbare feiten (artikel 14) moeten voorzien in passende bescherming van de rechten van de mens, met name de rechten die in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8, privacy) worden genoemd, dat zij het ev
...[+++]enredigheidsbeginsel in acht moeten nemen en waarborgen moeten omvatten, zoals rechterlijk of ander onafhankelijk toezicht, alsmede de gronden die toepassing rechtvaardigen en een beperking van de reikwijdte en van de duur van deze procedures (artikel 15);