Si le législateur se rallie à la suggestion selon laquelle l'applic
abilité du délit de recèlement « élargi » (article 505, alinéa 1 , 2º, du Code pénal) à l'auteur de l'infraction primaire se limite à la seule hypothèse où cette infraction a été commise
à l'étranger et ne peut être poursuivie en Belgique et si le texte de l'article 2, 4º, du projet est modifié conformément à la suggestion faite plus haut, les termes « sauf à l'égard de l'auteur, du coauteur ou du complice de l'infraction d'où proviennent les choses visées à l'article
...[+++]42, 3º » qui figurent dans l'alinéa 3 en projet de l'article 505 du Code pénal seraient donc sans portée et devraient être supprimés.Indien de wetgever zich aansluit bij het voorstel de toepassing van het « verruimde » helingdelict (artikel 505, eerste lid, 2º, van het Strafwetboek) op de dader van het oorspr
onkelijke strafbaar feit te beperken tot alleen het geval waarin dit strafbaar feit gepleegd is in het buitenland, en niet in België vervolgd kan worden, en indien de tekst van artikel 2, 4º, van het ontwerp gewijzigd wordt overeenkomstig het bovenstaande voorstel, zouden de woorden « behalve ten aanzien van de dader, de mededader of de medeplichtige van het misdrijf dat de in artikel 42, 3º, bedoelde zaken heeft opgeleverd » in het ontworpen derde lid van artikel
...[+++] 505 van het Strafwetboek, geen zin hebben en moeten vervallen.