L
e Conseil d'Etat, section de législation, deuxième chambre, saisi par le Vice-Premier Ministre et Ministre de l'Intérieur, le 29 mai 2006, d'une demande d'avis, dans un délai de cinq jours ouvrables, sur un projet d'arrêté royal « relatif à l'octroi d'une indemnité spéciale en cas de dommage physique subi par des membres des servi
ces de police et de secours, par certains membres de la Sureté de l'Etat, par certains membres de l'administration
des Etablissements pénitentiaires ...[+++] et par le personnel de la Défense lors du sauvetage de personnes dont la vie était en danger », a donné le 1 juin 2006 l'avis suivant :De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 29 mei 2006 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van fysieke schade geleden door leden van de politie- en hulpdiensten, door sommige leden van de Staatsveiligheid, door sommige leden van het bestuur van de
strafinrichtingen en door het personeel van Landsverdediging tijdens het redden van personen van wie het leven in gevaar was », heeft op 1 juni 2006 het volgende advies gegeve
...[+++]n :