Actuellement, pour les détachements autres que celui d'un magistrat du ministère public spécialisé en application des peines, l'article 326, § 7, du Code judiciaire exige bien le consentement de l'intéressé, sauf si la continuité du service public est manifestement en péril, mais cette manière de procéder doit rester l'exception absolue car elle ralentit le cours de la procédure au poste d'origine.
Nu wordt wel in artikel 326, § 7, van het Gerechtelijk Wetboek, voor andere detacheringen dan die van een magistraat van het openbaar ministerie gespecialiseerd in strafuitvoering, de instemming van de betrokkene vereist, tenzij wanneer de continuïteit van de openbare dienst kennelijk in gevaar is, doch deze manier van handelen dient de absolute uitzondering te zijn vermits zij op de oorspronkelijke post een vertraging van de rechtsgang doet ontstaan.