Dans le cadre de cette procédure, le juge doit « veiller au remboursement prioritaire des dettes qui mettent en péril le respect de la dignité humaine du requérant et de sa famille » (article 1675/12, § 5, du même Code) et veiller à l'inscription de tous les postes indispensables au maintien de la dignité humaine dans le plan de règlement amiable ou judiciaire (article 1675/17, § 3, du même Code).
In het kader van die procedure dient de rechter toe te zien « op de prioritaire betaling van de schulden die het recht van de verzoeker en zijn gezin om een menswaardig leven te leiden in het gedrang brengen » (artikel 1675/12, § 5, van hetzelfde Wetboek) en dient hij zich ervan te verzekeren dat alle posten die onontbeerlijk zijn voor het behoud van de menselijke waardigheid, worden ingeschreven in de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling (artikel 1675/17, § 3, van hetzelfde Wetboek).