Art. 4. Pour la période du 1 janvier 2009 au 31 décembre 2010, l'âge d'accès à la prépension à mi-temps comme prévu dans la convention collective de travail n° 55 du 13 juillet 1993, conclue au sein du Conseil national de travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de réduction des prestations de travail à mi-temps, rendue obligatoire par arrêté royal du 17 novembre 1993, publié au Moniteur belge du 4 décembre 1993, est porté à 55 ans dans les limites des possibilités légales et réglementaires.
Art. 4. Voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2010 wordt, binnen de wettelijke en reglementaire mogelijkheden, de leeftijd van het halftijds brugpensioen zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 17 november 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 december 1993, op 55 jaar gebracht.