Les États membres qui ne recourent pas aux dispositions du premier alinéa pour l'exercice 2015 peuvent prendre la décision visée au premier alinéa, en ce qui concerne la période 2016-2020, avant le 1 er août 2014, et la notifient à la Commission, au plus tard, le 1 er août 2014.
De lidstaten die geen gebruikmaken van het bepaalde in de eerste alinea voor het begrotingsjaar 2015, kunnen vóór 1 augustus 2014 het in de eerste alinea bedoelde besluit nemen voor de periode 2016-2020, en stellen de Commissie uiterlijk op 1 augustus 2014 in kennis van dat besluit.