Pour l'établissement du traitement moyen servant de base au calcul de la pension de retraite accordée aux agents de la Régie des transports maritimes, ci-après dénommée la « R.T.M». , en application de l'article 46 de la loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions, il est te
nu compte, pour les périodes durant lesquelles l'agent a bénéficié du régime de congé préalable à la mise à la retraite qui serait établi pour des agents de la R.T.M., du traitement dont l'agent au
rait bénéficié s'il était resté en ...[+++]service.
Voor de vaststelling van de gemiddelde wedde op grond waarvan het rustpensioen berekend wordt van de personeelsleden van de Regie voor maritiem transport, hierna te noemen de « RMT », toegekend in uitvoering van artikel 46 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, wordt voor de periode gedurende dewelke het personeelslid viel onder de aan de pensionering voorafgaande verlofregeling die voor de personeelsleden van de RMT zou worden vastgesteld, rekening gehouden met de wedde die het personeelslid zou hebben genoten indien hij in dienst was gebleven.