Le nombre de périodes-élèves et le nombre de périodes-élèves pondérées relatif aux unités totalement ou partiellement organisées en e-learning s'obtient en multipliant le nombre total de périodes réservées à ces activités respectivement par le nombre moyen de périodes-élèves et par le nombre moyen de périodes-élèves pondérées par période organisée par l'établissement, ce nombre moyen étant, le cas échéant, arrondi à la deuxième décimale.
Het aantal leerlingenlestijden en het aantal gewogen leerlingenlestijden betreffende de eenheden die totaal of gedeeltelijk in e-learning ingericht worden wordt verkregen door het totale aantal lestijden bestemd voor deze activiteiten respectief te vermenigvuldigen met het gemiddelde aantal leerlingenlestijden en met het gemiddelde aantal gewogen leerlingenlestijden per lestijd ingericht door de inrichting, dit gemiddelde aantal zijnde, desgevallend, naar het hogere tiende afgerond.