Le fait que, selon les termes de la question préjudicielle, les revenus cadastraux actuels « ne sont plus du tout alignés sur la valeur locative réelle des biens immobiliers » et le traitement inégal des redevables qui en serait la conséquence ne découlent pas de la disposition en cause mais « de la non-application d'une péréquation générale des revenus cadastraux depuis le 1 janvier 1975 » et « de l'application non systématique de la révision individuelle des revenus cadastraux ».
Het feit dat de huidige kadastrale inkomens, volgens de bewoordingen van de prejudiciële vraag, « niet meer zijn afgestemd op de werkelijke huurwaarde van de onroerende goederen » en de ongelijke behandeling van belastingplichtigen die daarvan het gevolg zou zijn, vloeien niet voort uit de in het geding zijnde bepaling maar uit « het niet toepassen van een algemene perequatie van de kadastrale inkomens sinds 1 januari 1975 » en « het niet systematisch toepassen van de individuele herziening van de kadastrale inkomens ».