Au cours du voyage en mer, toute absence à bord du marin pêcheur sans autorisation du patron de pêche, au moment où le navire appareille, constitue, même à l'étranger, une juste cause de résiliation du contrat, sans que l'indemnité visée à l'article 55, § 1, soit due.
Tijdens de zeereis is elke afwezigheid van boord zonder toelating van de schipper een rechtmatige oorzaak van onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst zonder dat de vergoeding bedoeld bij artikel 55, § 1, verschuldigd is, zelfs in het buitenland, indien de zeevisser niet aan boord is op het ogenblik van de afvaart van het vissersschip.