Art. 16. Pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire, on tient compte des années d'occupation dans les institutions, entreprises ou services en Belgique ou ailleurs, en ne tenant compte que des mois calendrier complets.
Art. 16. Voor de berekening van de geldelijke anciënniteit wordt rekening gehouden met de tewerkstellingsjaren in de instellingen, ondernemingen of diensten in België of elders, waarbij rekening wordt gehouden met de volledige kalendermaanden.