Le législateur a entendu limiter l'intervention du C. P.A.S. au cas où l'inexécution des obligations alimentaires « paraît comme un défi à l'équité et à la solidarité quand elle a pour effet de mettre dans un état de besoin des enfants », ce qui est le cas « notamment quand le créancier d'aliments et le père ou la mère qui cohabitent avec lui disposent de revenus modestes et dépendent principalement du paiement de la pension alimentaire pour subvenir à leurs besoins élémentaires » (Doc. parl., Chambre, 1986-1987, n° 975/1, p. 1).
De wetgever heeft de tegemoetkoming van het O.C. M.W. willen beperken tot het geval waarin de niet-uitvoering van de onderhoudsplicht wordt ervaren als « een uitdaging voor de billij
kheid en de solidariteit » wanneer zij tot gevolg heeft dat « kinderen [.] in een behoeftige toestand terechtkomen », wat het geval is « met name wanneer de onderhoudsgerechtigde en de vader of de moeder die met het kind samenwoont en die de bewaring over het kind heeft, slechts over bescheiden middelen beschikken en aangewezen zijn op de betaling van het onderhoudsgeld om in hun elementaire behoeften te voorzien » (Parl. St., Kamer, 1986-1987, nr. 975/1, p.
...[+++]1).