Les requérants dans l'affaire portant le numéro 1369 du rôle font grief à l'article 4, alinéa 1, a), et alinéa 2, d'établir sans justification une différence
de traitement entre magistrats effectifs nommés avant le 1 octobre 1993 et candidats ayant réussi l'examen d'aptitude professionnelle à la date d'entrée en vigueur de la loi attaquée (11 janvier 1998) en limitant pour ces derniers le bénéfice de la réussite de l'examen à une durée de sep
t ans prenant cours soit le 11 janvier 1998, soit, si le candidat ne remplit pas à cette date
...[+++]les conditions de nomination prévues à l'article 191, § 2, du Code judiciaire, à la date à laquelle il les remplit, alors que le bénéfice de la présomption dont jouissent les magistrats effectifs nommés avant le 1 octobre 1993 n'est pas limité dans le temps.De verzoekers in de zaak met rolnummer 1369 klagen aan dat artikel 4, eerste lid, a), en tweede lid, zonder verantwoording een verschil in behandeling teweegbrengt
tussen de werkende magistraten die vóór 1 oktober 1993 benoemd zijn en kandidaten die geslaagd zijn voor het examen inzake beroepsbekwaamheid op de datum van inwerkingtreding van de aangevochten wet (11 januari 1998) door het voordeel voor deze laatsten van het geslaagd zijn voor het examen te beperken tot een duur van zeven jaar, die een aanvang neemt ofwel op 11 januari 1998, ofwel, indien de kandidaat op die datum de bij artikel 191, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek voorge
...[+++]schreven benoemingsvoorwaarden niet vervult, op de datum waarop hij ze vervult, terwijl het voordeel van het vermoeden dat de werkende magistraten die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd genieten, niet in de tijd beperkt is.