G. considérant que, en février 2007, une manifestation de 200 chefs bouddhistes khmers kroms pour la liberté religieuse a été réprimée par la force dans la province de Soc Trang, que cinq d'entre eux ont été condamnés, le 10 mai suivant, à des peines de deux à quatre ans d'emprisonnement pour "trouble de l'ordre public" et que les persécutions religieuses dont souffrent les Khmers Kroms se doublent d'une assimilation forcée,
G. overwegende dat in februari 2007 een betoging van 200 boeddhistische leiders van de Khmers Krom voor godsdienstvrijheid gewelddadig is onderdrukt in de provincie Soc Trang; dat vijf van hen op 10 mei 2007 zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van 2 tot 4 jaar vanwege "verstoring van de openbare orde"; en dat de Khmers Krom niet alleen aan religieuze vervolging blootstaan, maar ook worden gedwongen tot assimilatie,