2. Lorsque la législation communautaire a fixé une taille minimale pour une espèce donnée, les opérateurs responsables de l’achat, de la vente, de l’entreposage ou du transport doivent être en mesure de prouver quelle est la zone géographique d’origine des produits.
2. Wanneer voor een bepaalde soort in de communautaire wetgeving een minimummaat is vastgesteld, moeten de voor de aankoop, de verkoop, de opslag of het vervoer verantwoordelijke marktdeelnemers het betrokken geografische gebied van oorsprong van de producten kunnen bewijzen.