Le Tribunal constate par ailleurs que, si la qualification de la Coupe du monde et de l'EURO en tant qu'événement d'importance majeure pour la société peut affecter le prix que la FIFA et l'UEFA obtiendront pour l'octroi des droits de transmission de ces compétitions, elle n'annihile pas la valeur commerciale de ces droits puisqu'elle n'oblige pas ces deux organisations à les céder à n'importe quelles conditions.
Het Gerecht stelt voorts vast dat de kwalificatie van het Wereldkampioenschap en de EURO als evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving, weliswaar de prijs kan beïnvloeden die de FIFA en de UEFA zullen krijgen voor de toewijzing van de rechten voor uitzending van deze kampioenschappen, maar de commerciële waarde van die rechten niet tenietdoet, omdat die twee organisaties niet verplicht zijn om ze tegen om het even welke voorwaarden te verkopen.