5. constate avec une vive inquiétude que les taux de risque de pauvreté sont passés de 15 % en 2000 à 17 % en 2004 pour l'UE-15, ce qui correspond à une augmentation du nombre de pauvres de près de 9 millions dans les pays riches de l'UE; souligne que, dans l'UE, quelque 72 millions de personnes vivent sous le seuil de pauvreté et que près de la moitié d'entre elles encourent un risque de pauvreté persistante, la pauvreté touchant un nombre inacceptable d'enfants et de personnes âgées;
5. wijst er met grote bezorgdheid op dat de kans om in de EU-15 in armoede terecht te komen gestegen is van 15% in 2000 tot 17% in 2004 , wat betekent dat het aantal armen in de rijkere landen van de EU met bijna 9 miljoen is toegenomen; wijst erop dat er in de EU bijna 72 miljoen mensen onder de armoedegrens leven, van wie bijna de helft het risico loopt permanent in armoede te zullen blijven, waarbij een onaanvaardbaar groot aantal armen kinderen en ouderen zijn;