Le président du conseil de l'aide sociale et les vice-présidents ne peuvent, outre les rémunérations visées au présent article, recevoir de rémunérations, traitements ou jetons de présence supplémentaires à charge du centre public d'aide sociale, d'associations ou de sociétés visées au titre VIII, ou de la commune desservie par le centre public d'aide sociale, et ce pour quelque raison ou sous quelque dénomination qu'ils soient.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de ondervoorzitters mogen, buiten de vergoedingen, vermeld in dit artikel geen aanvullende vergoedingen, wedden en presentiegelden genieten ten laste van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, de verenigingen of vennootschappen, vermeld in titel VIII, en de gemeente die door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt bediend, om welke reden of onder welke benaming ook.