Ce ce qui précède, il apparaît qu'il est bien question d'une compétence mixte régionale-fédérale, comme cela a été au demeurant reconnu par la section de législation du Conseil d'État qui a elle-même relevé que l'accord de coopération porte « sur un certain nombre de compétences de l'autorité fédérale, à savoir en matière d'accises, de politique des prix, de contingents et licences et de tarifs d'énergie ».
Daaruit blijkt dat hier wel degelijk sprake is van een regionaal-federale, gemengde aangelegenheid, zoals overigens werd erkend door de afdeling wetgeving van de Raad van State die heeft gewezen op « een aantal bevoegdheden van de federale overheid, met name inzake accijnzen, het prijsbeleid, de contingenten en vergunningen en de energietarieven ».