considérant que, en ce qui concerne les activités salari
ées du domaine de l'architecture, le règlement (CEE) no 1612/68 du Conseil, du 15 octobre 1968, relatif à la libre circulation des travailleurs à l'intérieur de la Communauté (1), ne comporte pas de dispositions spécifiques pour les professions réglementées en matière de moralité etii d'honorabilité, de discipline professionnelle et de port d'un titre; que, selon les États membres, les
réglementations en question sont ou peuvent être applicables aux salariés comme aux non-salari
...[+++]és; que les activités du domaine de l'architecture sont subordonnées dans plusieurs États membres à la possession d'un diplôme, certificat ou autre titre; que ces activités sont exercées tant par des non-salariés que par des salariés ou encore alternativement en qualité de salarié et de non-salarié par les mêmes personnes au cours de leur carrière professionnelle; que, pour favoriser pleinement la libre circulation de ces professionnels dans la Communauté, il apparaît nécessaire en conséquence d'étendre aux salariés exerçant dans le domaine de l'architecture l'application de la présente directive; Overwegende dat, ten aanzien van de werkzaamheden in loondienst o
p het gebied van de architectuur, Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (1) geen specifieke bepalingen over goed gedrag en betrouwbaarheid, beroepsdiscipline en het voeren van een titel voor de gereglementeerde beroepen bevat; dat de desbetreffende regelingen naar gelang van de Lid-Staten zowel op werknemers als op zelfstandigen worden of kunnen worden toegepast; dat de werkzaamheden op het gebied van de architectuur in verscheidene Lid-Staten afhankelijk zijn gesteld van het bezit
...[+++]van een diploma, certificaat of andere titel; dat deze werkzaamheden zowel door zelfstandigen als door werknemers of ook afwisselend als werknemer en als zelfstandige door dezelfde personen gedurende hun loopbaan worden uitgeoefend; dat het, voor een werkelijke bevordering van het vrije verkeer van deze beroepsbeoefenaars binnen de Gemeenschap, derhalve noodzakelijk lijkt het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te breiden tot werknemers die werkzaam zijn op het gebied van de architectuur;