Pour évaluer les mérites à prendre en considération dans le cadre d’une décision de promotion au titre de l’article 45 du statut, l’autorité investie du pouvoir de nomination dispose d’un large pouvoir d’appréciation, le contrôle du juge communautaire devant se limiter à la question de savoir si, eu égard aux voies et moyens qui ont pu conduire l’administration à son appréciation, celle‑ci s’est tenue dans des limites non critiquables et n’a pas usé de son pouvoir de manière manifestement erronée.
Het tot aanstelling bevoegd gezag beschikt bij de beoordeling van de verdiensten die in het kader van een bevorderingsbesluit krachtens artikel 45 van het Statuut in aanmerking moeten worden genomen over een ruime beoordelingsvrijheid en de controle van de gemeenschapsrechter moet zich beperken tot de vraag of de administratie, gelet op de wijze waarop zij tot haar beoordeling kan zijn gekomen, binnen redelijke grenzen is gebleven en niet een kennelijk onjuist gebruik van haar bevoegdheid heeft gemaakt.