Indépendamment de la question de l'importance du droit d'accès de l'adopté, la question se pose de savoir pourquoi la proposition n'entend permettre l'exercice de ce droit, ainsi que du droit de demander au fonctionnaire de l'adoption flamand de recueillir des informations supplémentaires concernant l'intéressé (article 10, § 4, alinéa 2) qu'à partir du moment où l'adopté a atteint l'âge de 18 ans, c'est-à-dire à partir du moment où il est majeur.
Los van de vraag in verband met de omvang van het recht van toegang van de geadopteerde, rijst de vraag waarom het voorstel de uitoefening van dat recht, alsmede van het recht om de Vlaamse adoptieambtenaar te verzoeken bijkomende informatie over hem in te winnen (artikel 10, § 4, tweede lid), slechts mogelijk wil maken vanaf het ogenblik dat de geadopteerde de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, dit wil zeggen vanaf het ogenblik dat hij meerderjarig is.