Dans son avis précédant l'adoption du décret attaqué, la section de législation du Conseil d'Etat a notamment estimé que la disposition critiquée, alors en projet, réglait une question relevant du droit des sociétés, matière de compétence fédérale, en ce qu'elle prévoyait que les personnes morales de droit privé exploitant un C. E.T. de déchets industriels étaient soumises au pouvoir de contrôle du Gouvernement.
De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft in haar advies dat de aanneming van het bestreden decreet voorafgaat met name geoordeeld dat de - toen ontworpen - bekritiseerde bepaling een kwestie regelde die tot het vennootschapsrecht behoort, een federale aangelegenheid, doordat zij erin voorzag dat privaatrechtelijke rechtspersonen die een C. T.I. voor industriële afvalstoffen exploiteren aan de controlebevoegdheid van de Regering waren onderworpen.