Il résulte de ce qui précède que, le cas échéant, une ventilation des primes visées de la manière indiquée ci-avant est indispensable pour la déduction (à titre de frais professionne
ls) de la quotité y afférente dans le chef de la société concernée. b) A cet égard, je renvoie l'honorable membre à la réponse que j'ai fou
rnie ci-dessus à la question a). c) La (partie de la) prime qui, le cas échéant, doit être considérée comme une dépense non admise dans le chef de la société doit, selon le cas, être reprise à la ligne 038 «avantages so
...[+++]ciaux» ou 042 «Autres (dépenses non admises)» du cadre II de la déclaration à l'impôt des sociétés. d) et e) L'article 195, § 1er, alinéa 2, CIR 1992, dispose notamment de manière expresse que les versements d'assurance ou de prévoyance sociale au sens de l'article 52, 3° a), CIR 1992 qui sont effectués par une société au profit de ses dirigeants d'entreprises ne sont déduits que dans la mesure où ils se rapportent à des rémunérations qui sont allouées ou attribuées régulièrement et au moins une fois par mois avant la fin de la période imposable au cours de laquelle l'activité remunérée a été exercée et à condition que ces rémunérations soient imputées par la société sur les résultats de cette période. f) Étant donné la réponse fournie à la question a) ci-avant, cette question est sans objet.Uit hetgeen voorafgaat volgt dat, in voorkomend geval, een uitsplitsing van de beoogde premies in voormelde zin onontbeerlijk is voor de aftrek (als beroepskosten) van het desbetreffende gedeelte door de betrokken vennootschap. b) Dienaangaande verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat ik op vraag a) hiervoor heb verstrekt. c) (Het gedeelte van) de premie dat ten name van de vennoo
tschap desgevallend moet worden beschouwd als een verworpen uitgave moet, al naargelang het geval, worden opgenomen op de regel 038 «Sociale voordelen» of 042 «Andere (verworpen uitgaven)» van vak II van de aangifte in de vennootschapsbelasting. d) en e)
...[+++] Artikel 195, § 1, 2e lid, WIB 1992 bepaalt inzonderheid uitdrukkelijk dat stortingen van sociale verzekering of voorzorg in de zin van artikel 52, 3° a), WIB 1992 die door een vennootschap worden gedaan ten voordele van haar bedrijfsleiders slechts aftrekbaar zijn in zover zij betrekking hebben op bezoldigingen die regelmatig en ten minste om de maand worden betaald of toegekend vóór het einde van het belastbare tijdperk waarin de ertoe aanleiding gevende bezoldigde werkzaamheden zijn verricht en mits zij door de vennootschap op de resultaten van dat tijdperk worden aangerekend. f) Gelet op het verstrekte antwoord op vraag a) hiervoor, is deze vraag zonder voorwerp.