3. recommande, en ce qui concerne les questions complémentaires, que le Président autorise, en règle générale, une question complémentaire de l'auteur de la question principale et une ou au plus deux questions complémentaires posées par des membres appartenant de préférence à un groupe politique et/ou à un État membre différents de celui de l'auteur de la question principale; rappelle que les questions complémentaires doivent être concises et présentées sous une forme interrogative et suggère qu'elles n'excèdent pas 30 secondes;
3. beveelt ten aanzien van aanvullende vragen aan dat de Voorzitter in het algemeen een aanvullende vraag dient toe te staan van de steller van de vraag en een of hoogstens twee aanvullende vragen van leden, die bij voorkeur behoren tot een andere fractie en/of lidstaat dan de steller van de hoofdvraag, en herinnert eraan dat aanvullende vragen beknopt moeten zijn en in de vragende vorm moeten zijn gesteld en stelt voor dat zij niet langer dan 30 seconden mogen duren;