« Le titulaire visé au § 1, 3° à 5°, qui cohabite simultanément avec des personnes autres que celles qui sont énumérées à ce paragraphe, ne peut conserver la qualité de travailleur ayant personne à charge que si ces autres personnes n'exercent aucune activité professionnelle et ne bénéficient effectivement ni d'une pension, ni d'une rente, ni d'une allocation ou d'une indemnité en vertu d'une législation belge ou étrangère.
« De bij § 1, 3° tot 5°, bedoelde gerechtigde die tevens samenwoont met andere dan in die paragraaf opgesomde personen, behoudt slechts de hoedanigheid van werknemer met persoon ten laste wanneer deze andere personen geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen en niet werkelijk in het genot zijn van een pensioen, een rente, een tegemoetkoming of een uitkering krachtens een Belgische of vreemde wetgeving.