4. Nonobstant toute disposition contraire de sa législation interne, chaque Partie a le droit, sous réserve des termes des articles 1 et 2 du présent Accord, d'obtenir et de fournir : a) les renseignements détenus par les banques, les autres institutions financières, les fiducies (trusts), les fondations et toute personne agissant en qualité de mandataire ou de fiduciaire; b) les renseignements concernant la propriété des sociétés, sociétés de personnes, dispositifs de placement collectif, fiducies (trusts), fondations et autres personnes, y compris les rensei
gnements concernant toutes ces personnes lorsqu'elles font partie d'une chaîne
...[+++] de propriété, et (i) en ce qui concerne les dispositifs de placement collectif, les renseignements sur les actions, parts et autres participations; (ii) en ce qui concerne les fiducies (trusts), les renseignements sur les constituants (settlors), les fiduciaires (trustees), les protecteurs (protectors) et les bénéficiaires; (iii) en ce qui concerne les fondations, les renseignements sur les fondateurs, les membres du conseil de la fondation et les bénéficiaires; et (iv) en ce qui concerne les personnes qui ne sont ni des dispositifs de placement collectif, ni des fiducies (trusts) ni des fondations, des renseignements équivalents aux renseignements mentionnés aux sous-paragraphes (i) à (iii).4. Niettegenstaande elke andersluidende bepaling in haar binnen
landse wetgeving en onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 1 en 2 van dit Akkoord, heeft elke Partij de bevoegdheid om volgende inlichtingen te verkrijgen en te verstrekken : a) inlichtingen die in het bezit zijn van banken, andere finan
ciële instellingen, trusts, stichtingen en personen, daaronder begrepen gevolmachtigden en beheerders, die werkzaam zijn in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon; b) inlichtingen met betrekking to
...[+++]t de eigendom van vennootschappen, deelgenootschappen (partnerships), gemeenschappelijke beleggingsstelsels, trusts, stichtingen en andere personen, daaronder begrepen inlichtingen aangaande alle personen in een eigendomsketen, en (i) in het geval van gemeenschappelijke beleggingsstelsels, inlichtingen aangaande aandelen, bewijzen van deelneming en andere belangen; (ii) in het geval van trusts, inlichtingen aangaande instellers (settlors), beheerders (trustees), toezichthouders (protectors) en gerechtigden; (iii) in het geval van stichtingen inlichtingen aangaande stichters, leden van het bestuur van de stichting en gerechtigden; en (iv) in het geval van personen die geen gemeenschappelijke beleggingsstelsels, trusts of stichtingen zijn, inlichtingen die gelijkwaardig zijn aan de in subparagrafen (i) tot (iii) vermelde inlichtingen.