Cependant, dans un souci de prévenir les dangers liés à la fatigue, aucune dérogation relative aux périodes minimales de repos prévues au paragraphe 4, point a), n'est accordée et les dérogations relatives aux périodes de repos visées au paragraphe 4, point b), et au paragraphe 5 respectent les limites établies aux paragraphes 12 et 13.
Om echter gevaarlijke situaties als gevolg van vermoeidheid te voorkomen, worden afwijkingen op het minimumaantal rusturen als bedoeld in lid 4, onder a) niet toegestaan, en bij afwijkingen op de vereiste rusturen in lid 4, onder b) en lid 5 moeten de limieten in leden 12 en 13 worden aangehouden.