L'indépendance et l'impartialité de la justice, qui sont garanties par l'article 151, § 1, de la Constitution et par l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme, portent uniquement sur les magistrats du siège et du ministère public.
De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van het gerecht, die door artikel 151, § 1, van de Grondwet en artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden gewaarborgd, hebben enkel betrekking op de magistraten van de zetel en van het openbaar ministerie.