Sans préjudice d’une analyse au cas par cas, il semblerait raisonnable de considérer que la sous-traitance de plus d’un tiers des services de transport public devrait être solidement motivée, compte tenu notamment des objectifs de l’article 5, paragraphe 2, point e), comme indiqué plus haut.
Een beoordeling van geval tot geval onverlet latende, lijkt het redelijk om te stellen dat de onderaanneming van meer dan een derde van de openbaarvervoersdiensten nadrukkelijk moet worden gerechtvaardigd, in het bijzonder gezien de doelstellingen van artikel 5, lid 2, onder e), zoals uiteengezet.