Le législateur a considéré que la stimulation de l'expansion économique servait l'intérêt général et contribuait plus précisément à « la solution des problèmes économiques et sociaux » (Doc. parl., Sénat, 1969-1970, n° 354, p. 2).
De wetgever is daarbij ervan uitgegaan dat het bevorderen van de economische expansie het algemeen belang dient en meer bepaald bijdraagt tot « de oplossing van economische en sociale problemen » (Parl. St., Senaat, 1969-1970, nr. 354, p. 2).