4. souligne que tout accroissement quantitatif de l'aide doit aller de pair avec un accroissement qualitatif, à savoir que l'efficacité de l'aide doit être améliorée par le biais des trois C ‑ coordination, complémentarité, cohérence ‑, tout comme en réduisant les coûts de transaction de l'aide, en mettant en place des mécanismes d'aide plus prévisibles et durables, en accroissant le rythme de fourniture de l'aide, en déliant par la suite l'aide, en trouvant des solutions aux fardeaux insoutenables de la dette, en promouvant la bonne gouvernance, en luttant dûment contre la corruption ainsi qu'en accroissant la capacité d'absorption des destinataires de l'aide;
4. benadrukt dat een verhoging van de kwantiteit moet samengaan met een verhoging van de kwaliteit, d.w.z. dat de doeltreffendheid van de steun moet worden verhoogd met behulp van de drie c's, te weten coördinatie, complementariteit en coherentie, alsmede door de transactiekosten van de steun te verlagen, betrouwbaardere en duurzamere steunmechanismen in het leven te roepen, de snelheid en de levering van de steun op te voeren, de steun verder te ontkoppelen, oplossingen te vinden voor ondraaglijke schuldenlasten, een behoorlijk bestuur te bevorderen en corruptie grondig te bestrijden, alsmede door de opnamecapaciteit van ontvangers van steun te vergroten;
