L'article 444 du Code de commerce organisait un dessaisissement général et absolu du failli, qui, selon la jurisprudence, s'étendait à tous les biens du failli, en ce compris les indemnités destinées à réparer un préjudice, quelle qu'en fût la nature (Cass., 26 mai 1977, Pas., 1977, I, p. 985).
Artikel 444 van het Wetboek van koophandel regelde een algemene en absolute buitenbezitstelling van de gefailleerde, die zich volgens de rechtspraak uitstrekte tot alle goederen van de gefailleerde, met inbegrip van de vergoedingen tot herstel van een nadeel, ongeacht de aard ervan (Cass., 26 mei 1977, Arr. Cass., 1977, p. 988).