« Art. 1. — Est puni d'un emprisonnement de huit jours à un an et d'une amende de vingt-six euros à cinq mille euros quiconque, dans l'une des circonstances indiquées à l'article 444 du Code pénal, nie, minimise grossièrement, cherche à justifier ou approuve le génocide commis par le régime jeune-turc ottoman pendant la première guerre mondiale, le génocide commis par le régime national-socialiste allemand pendant la seconde guerre mondiale et le génocide commis par le régime hutu power rwandais en 1994.
« Art. 1. — Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfduizend euro wordt gestraft, hij die onder één der omstandigheden bepaald bij artikel 444 van het Strafwetboek, de genocide op de joden en de zigeuners die tijdens de tweede wereldoorlog is gepleegd door het Duitse nationaal-socialistische regime of de genocide die in 1994 door het Rwandese regime is gepleegd, schromelijk minimaliseert, poogt te rechtvaardigen of goedkeurt.