63. se félicite de ce que l'aide au développement n'est plus la principale source de
revenus de nombreux pays pauvres du monde; souligne que l'efficacité de l'aide suppose que les pays pauvres soient en mesure de mobiliser leurs ressources intérieures et déplore le fait que des
capitaux illicites quittent les pays en développement dans des volumes qui dépassent l'afflux de capitaux dans ces pays, notamment du fait de la corruption et de la fraude fiscale à grande échelle, le phénomène constituant un problème aigu et considérable qui
...[+++]entrave la lutte contre la pauvreté et prolonge la dépendance à l'égard de l'aide;
63. is verheugd dat ontwikkelingshulp niet meer de overheersende bron van inkomsten is voor veel van de armste landen ter wereld; benadrukt dat arme landen, wil hulp doeltreffend zijn, hun nationale inkomsten moeten kunnen aanwenden en betreurt dat illegale kapitaalvlucht vanuit ontwikkelingslanden van bedragen die de kapitaalinstroom in die landen te boven gaan, bijvoorbeeld door corruptie en grootschalige belastingontduiking, een acuut en substantieel probleem is dat de armoedebestrijding belemmert en de afhankelijkheid van hulp bestendigt;